Heeft je kind vanaf groep 3 al moeite met rekenen? Wisselt je kind cijfers om (bijvoorbeeld 23 wordt opgeschreven als 32)? Heeft je kind moeite met het lezen van grote cijfers? Vindt je kind het lastig om bijvoorbeeld te zeggen of 104 of 140 meer is? Begrijpt je kind er niks meer van als hij of zij minsommen boven het tiental moet maken? Scoort je kind standaard lager op rekentoetsen dan andere kinderen van zijn of haar leeftijd? Lijkt extra ondersteuning op school voor rekenen niet te helpen? Mogelijk is er dan sprake van dyscalculie. 

Dyscalculie is een stoornis die wordt gekenmerkt door grote achterstanden op heb gebied van rekenen en wiskunde. 

Het dyscalculieonderzoek kan afgenomen worden bij kinderen vanaf groep 4, maar het heeft de voorkeur bij kinderen vanaf groep 5. Bij de laatste drie toetsafnames van het LVOS scoort je kind voor rekenen E-scores. Voor andere vakken scoort hij of zij wel voldoende. Ook is er op school al sprake geweest van extra ondersteuning voor je kind op het gebied van rekenen, maar dit had geen of weinig effect.

 

Als eerste vindt er een intakegesprek plaats. Vervolgens wordt er een didactisch onderzoek afgenomen. Hierbij wordt het rekenniveau bepaald. Daarnaast wordt een intelligentieonderzoek gedaan. De resultaten van het onderzoek worden beschreven in een eindverslag. Als er sprake is van dyscalculie, zal er ook een dyscalculieverklaring worden afgegeven. 

Een dyscalculieonderzoek wordt niet vergoed door de gemeente. De kosten zullen daarom voor rekening van de ouders (en/of school) komen.