Boosheid en gedragsstoornis


Boosheid en gedragsstoornis 

Is je kind vanuit het niets snel boos, zonder daar een aanleiding voor is? Begint je kind zomaar opeens iemand te slaan of schoppen? Gaat je kind schelden of schreeuwen als iets niet helemaal gaat zoals hij of zij het wil? Liegt je kind regelmatig of maakt je kind dingen stuk? Kan je kind opeens heel erg boos worden als het iets moet doen van anderen waar het geen zin in heeft of als iemand op school iets tegen hem of haar heeft gezegd? Kan je kind dan ook ineens gaan schelden of diegene slaan? In dit geval kan er sprake zijn van een gedragsstoornis. Niet alleen je kind, maar ook anderen kunnen last hebben van het te agressieve gedrag van het kind. 

Voor de ouders kan het vaak onduidelijk zijn waar dit gedrag vandaan komt. Het kan dan ook zo zijn dat je je ernstig zorgen maakt over je kind. Een gevolg kan bijvoorbeeld zijn dat anderen je kind door zijn of haar boosheid niet meer leuk vinden of niet meer uitnodigen. En het blijft steeds gebeuren, wat je ook zegt tegen je kind. Ook het geven van straf helpt niet. 

Bij een gedragsstoornis horen twee verschillende soorten agressief gedrag: 
  • Oppositioneel opstandig gedrag: bij deze vorm van agressief gedrag kan het kind er niet goed tegen als iemand tegen hem of haar zegt dat hij of zij iets moet doen of dat hij of zij juist iets niet mag doen. Het kind wordt dan heel erg boos. Een voorbeeld: als je als ouder zegt dat je kind geen snoepje mag, rent je kind heel hard weg of wil je kind je het liefst uitschelden of schoppen. Afgekort wordt deze vorm ook wel ODD genoemd, wat staat voor Oppositional Defiant Disorder.
  • Antisociaal gedrag: bij deze vorm wordt het kind niet alleen vaak boos, maar doet het kind vaak  ook dingen die echt niet mogen. Voorbeelden hiervan zijn: liegen, pesten, schreeuwen of vechten. Het kan ook voorkomen dat het kind regelmatig dingen steelt of kapot maakt. Het toegeven van zijn of haar fouten vindt het kind erg lastig, waardoor het de schuld vaak bij een ander legt. Afgekort wordt deze vorm ook wel CD genoemd, wat staat voor Conduct Disorder. 
Psychodiagnostisch onderzoek kan uitwijzen of er bij je kind sprake is van een gedragsstoornis.  Naast dit onderzoek wordt er ook gevraagd aan de ouders en leerkracht/mentor of ze meerdere   
vragenlijsten willen invullen. Heel soms wordt er ook een observatie gedaan op school. Als afsluiting    van het onderzoek zullen ouders/verzorgers een eindverslag ontvangen. 

Als ouder valt het niet mee om een agressief kind in huis te hebben. Daarom biedt de  
Kinderpraktijk ook zorg aan voor de ouders. Dit gebeurt naast de training voor het kind, door middel 
van gesprekken. Er wordt dan samen gekeken of de draagkracht en draaglast binnen het gezin in  
balans zijn en hoe de draagkracht kan worden vergroot. 
Share by: